De tocht tussen de eilanden door het zeegat is riskant. Vaak gebeuren er ongelukken. Let op de volgende aanwijzingen!
Doorvaren door het zeegat
-
Hoge, brekende golven Vermijd bij windkracht boven 5 Bft. Onder ongunstige omstandigheden, zoals wind tegen stroom of deining, vaak alleen bevaarbaar bij minder wind. Bereid bemanning en schip voor op zware zee. Klik reddingsvesten vast.
-
Constant veranderende ondiepten Raadpleeg lokale kennis en officiële meldingen (NfS & BfS) voor de doorvaart voor de actuele situatie en bebakening. Frequent verleggen van boeien kan leiden tot kaartafwijkingen. Volg altijd de boeien.
-
Zeer harde, ondiepe bodem Soms minder dan 2 m diepte. Groot gevaar voor gronding bij golfslag. Ideaal om vanaf 2 uur voor hoogwater te varen. Let op springtij.
-
Sterke stromingen tot 4 kn Alleen met voldoende motorvermogen varen en onder zeil de motor laten meelopen om altijd manoeuvreerbaar te blijven.
-
Nauwe vaargeul Obstakels zoals strekdammen reiken soms tot in de vaargeul. Houd streng aan de boeienlijn, ook achteruit peilen. In- en uitvaren bij de aanloopboei. Alleen bij daglicht en goed zicht varen.